In kantoren en zorginstellingen is niets is zo deprimerend als een systeemplafond. Met die gedachte ontwikkelden drie Rotterdamse studenten de OpenCeiling, een fotoscherm dat het effect van een dakraam nabootst. Het heldere licht en foto’s van blauwe lucht werken stressverlagend.

Bedrijf: OpenCeilings

Product: De OpenCeiling, een fotoscherm dat lijkt op een dakraam en kan
worden geplaatst in elk standaard systeemplafond. Het product bestaat uit
een foto van een blauwe lucht met eventueel witte wolken en groene takken,
met daarboven een lamp die daglicht nabootst. Een kozijn moet het gevoel
overbrengen van een dakraam.

Waar? Amsterdam

Wie? Roderick Villevoye, Michiel Jenniskens en Jeroen den Haan

Door de economische crisis verhuizen bedrijven minder snel naar een nieuw
kantoorpand. Rennoveren is vaak een goedkopere optie. Drie afgestudeerde
studenten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam maken handig gebruik van
deze trend. Met hun product, de OpenCeiling, kan de bedrukkende sfeer in een
kantoorruimte worden weggenomen.

“Vaak werken mensen in een kantoorruimte zonder al te veel ramen. Met de
OpenCeiling komen er extra ‘dakramen’ bij en dat werkt stressverlagend en
bevordert de productiviteit. Daardoor wordt een aanschaf voor kantoren al
snel rendabel. In de zorg draagt ons product bij aan het rustgevende gevoel
voor de patiënten,” legt Roderick Villevoye uit.

Hoe kwam het idee tot stand?

Villevoye: “Toen we bijna waren afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit in
Rotterdam zijn we bij elkaar gaan zitten met het idee dat we wilden gaan
ondernemen. We vonden het een goed idee om iets te doen met plafonds, want
eigenlijk heeft iedereen een hekel aan systeemplafonds in kantoren. Zo zijn
we gaan werken met het concept van foto’s van een blauwe lucht. Snel
ontdekten we dat mensen behoefte hebben aan natuurlijke elementen in een
ruimte, vooral in de zorg en in kantoren. Ook een natuurfoto werkt
stressverlagend.”

Waarom wisten jullie eigenlijk zo zeker dat jullie samen wilden ondernemen?

“We kenden elkaar al goed als vrienden en hadden het idee dat we een
complementair team waren en dat we konden ondernemen. We konden het risico
makkelijk nemen, want we hadden nog geen huis met hypotheek en kinderen. De
stap naar ondernemen is voor mensen met een vaste baan vaak toch te groot.”

Wat is de grootste hindernis die je hebt overwonnen?

“Bij de productontwikkeling hebben we wel tegenslagen gehad. Dat ons product
bijvoorbeeld af moest zijn voor een beurs, maar een producent het had
verpest. Verder is de stilstand van de economie zowel een voordeel als een
nadeel. Aan de ene kant is er weinig nieuwbouw, maar aan de andere kant
krijgen we veel opdrachten van mensen die hun pand willen renoveren.”

Jullie zijn in 2009 begonnen maar hebben nu al lijst met grote klanten,
waaronder Phillips, IBM en Elsevier. Hoe is dat zo snel gegaan?

“We hadden al snel een grote klant: Elsevier. Toen hadden we door dat we een
goed concept in handen hadden. Ons product werd (in een periode van
saneringen red.) als een nuttige investering gezien die werknemers
productiever maakt. Met het binnenhalen van een grote naam, wisten we ook
andere grote namen binnen te halen.”

Wat is jullie grootste zorg?

“We hopen toch dat de economie wat aan gaat trekken. Dit soort investeringen
werden vroeger wat sneller gedaan. Nu moet het plan aan meerdere commissies
en managementlagen worden voorgelegd, voordat er een knoop wordt
doorgehakt.”

Hebben jullie nog uitbreidingsplannen?

“We willen onze focus nu vooral leggen op het vinden van nieuwe klanten in het
buitenland. Vorig jaar zijn we op handelsreis gegaan richting Koeweit, waar
we veel potentiële klanten hebben gevonden. Daar wordt nog veel gebouwd en
is geld minder een issue dan hier.”

Willen mensen Koeweit een andere lucht zien dan in Nederland?

“Inderdaad, daar willen ze juist wat meer wolken in de lucht. Dat geeft ze
namelijk een gevoel van luxe. Tijdens een ontmoeting met het Ministerie van
Volksgezondheid aldaar kregen we te horen: ‘No, no, we want more clouds’.
Daar moest de hele Nederlandse delegatie om gniffelen.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl